SUBJECTIEF
Een 71-jarige blanke man is vanwege een cilinderafwijking, die met een bril niet opgelost kon worden, door de oogarts naar de optometrist verwezen voor het aanmeten van RGP- of scleralenzen. Hij heeft sinds 8 jaar klachten van wazig zicht in beide ogen. Ook lijkt OS niet goed mee te werken. Sinds zijn toenemende evenwichtsklachten werden deze klachten storender. De opticien meet wisselende sterktes.
- Oogheelkundige voorgeschiedenis: bekend bij de oogarts sinds februari 2022 in verband met risico op oogaandoening bij DFNA9.
- Algehele gezondheid: DFNA9 (slechthorend, evenwichtsstoornissen), heeft nu een gehoorimplantaat, hypothyreoïdie, reumatische artritis, hartinfarct gehad in 2017.
- Medicatie: acetylsalicylzuur, atorvastatine, levothyroxine, metoprolol, pantoprazol.
- Familieanamnese: DFNA9.
- Contactlenshistorie: geen.
OBJECTIEF
Refractie | OD S+3,75 C-2,75 as 81 V 0,6+. |
OS S+5,50 C-3,00 as 100 V 0,7. | |
Oogdruk (iCare) | OD 16 mmHg. |
OS 14 mmHg @ 13:46 uur. | |
Spleetlamp | Cornea: ODS helder. Na toedienen van fluoresceïne zijn corneaonregelmatigheden zichtbaar; deze lijken op verticale cornea striae, maar de plooitjes/streepjes zijn niet zichtbaar met wit licht en het stroma is helder. Staining (-). |
BUT test: OD 3 seconden / OS 4 seconden. | |
Palpebrale conjunctiva | ODS papillae graad 0,5 (Efron grading scale), roodheid (-). |
Media | ODS helder. |
Funduscopie | Geen bijzonderheden. |
Corneatopografie | Irregulaire cornea ODS met centrale afvlakking en circulair, met name temporaal, steilere krommingen. |


Volgens het Visser Contactlens Selectie Algoritme (zie figuur 1) voor het aanmeten van medische contactlenzen, waarbij rekening wordt gehouden met de irregulariteit van de cornea en de mate van droge ogen, werd bij deze casus voor de optie scleralenzen gekozen.1
Een semi-scleralens met een diameter van 12,5 tot 15,0 mm geeft vaak onvoldoende limbale clearance en een full scleralens met diameter van 18 tot 25 mm was in dit geval niet nodig omdat er geen grote corneale afwijking gecompenseerd moest worden. Daarom is hier voor een mini-scleralens met een diameter van 16 mm gekozen, ook vanwege de betere ervaring bij klachten van droge ogen en een minder troebele clearance bij dit type scleralens.

De passing is gedaan met een bi-tangentiële mini-scleralens op basis van de scleravorm die met de spleetlamp is beoordeeld. Na 30 minuten zijn de visus en de pasvorm van de lens beoordeeld:
- VOD ccl 1,0
- VOS ccl 1,25=
- Passing scleralens OD: clearance 400 µm, gelijkmatige drukverdeling op de conjunctiva
- Passing scleralens OS: clearance 350 µm, scleradeel rondom 1 stap te vlak
Op basis van de beoordeling van de paslenzen is de pasvorm van beide lenzen aangepast voor een betere passing. De sagittale hoogte is met 0,10 mm verlaagd voor zowel de rechter- als de linkerlens. Van de linkerlens is de tangent met 2° verhoogd voor een betere drukverdeling op de conjunctiva. Volgens de literatuur wordt een clearance van 100 tot 300 µm aanbevolen na het settelen van de lens.2
