In zijn boek beschrijft Goes voorbeelden van kunstenaars waarvan de stijl is beïnvloed door een oogaandoening. Hij legt verbanden tussen kunstwerken en kleurenzichtstoornissen, cataract, glaucoom, glas vochtaandoeningen en netvliesziekten.
Het bekendste werk dat is beïnvloed door een kleurenzichtstoornis is volgens Goes dat van Claude Monet (1840-1926). ‘Hij had leeftijdsgebonden geelbruine nucleaire cataract waardoor hij uiteindelijk geen blauwtinten meer kon waarnemen, met als gevolg een overwicht aan oranje en rood in zijn werk.’ De veranderingen veroorzaakt door de lenstroebeling heeft hij geconserveerd in de beroemde reeks over de Japanse brug. ‘Na zijn staaroperatie zag hij beter, maar was hij heel ongelukkig, omdat hij de kleuren naar zijn idee niet meer normaal kon zien.’
&ellipsis;